vrijdag 9 november 2007

Olie en het verdelingsvraagstuk

Comment op artikel: “Olie en het verdelingsvraagstuk”.
(het artikel kan worden teruggevonden op:
http://www.nbiz.nl/publications/2005/20050906_ciep_art_vanderlinde.pdf )

In 2005 schreef prof. Coby van der Linde over de problemen die olie met zich mee brengen. Een belangrijke probleem, het verdelingsvraagstuk, stelde ze centraal. Om dit te illustreren gebruikte ze de casus van Irak. Het land kan grofweg ingedeeld worden in 3 gebieden:

- het noorden met Mosoel als grootste stad, een gebied vnl. bewoond door Koerden.
- Midden-Irak met Bagdad als grootste stad, een gebied vnl. bewoond door Soennieten.
- het zuiden met Basra als grootste stad, een gebied vnl. bewoond door Sjiieten.


Tot de Amerikaanse overwinning in Irak hadden de Soennieten alle controle over deze olievelden. De toenmalige president Saddam Hussein had hen deze controle (en dus macht) gegeven terwijl de grootste producenten van olie, het noorden en zuiden van het land waren. En veel minder olie-inkomsten kregen.
[2] Een rapport van HRW* bevestigt dat " The marshland region is also the site of some of the richest oil deposits in the country. Iraq's proven oil reserves, estimated at 112 billion barrels, are second only to those of Saudi Arabia, and its major reserves are in the southern region. Of those located in the marshlands, the largest are the Majnun fields with reserves of 10-30 billion barrels, and West Qurna with reserves of 15 billion barrels".


Na de eliminatie van het regime werd een nieuw evenwicht gezocht tijdens de vorming van de nieuwe grondwet. Sjiieten en Koerden hoopten een gelijkmatigere verdeling van de olie-inkomsten te verkrijgen, Soennieten zagen dit machtsverlies echter minder zitten. Het gevolg van deze padstelling was en is politieke strijd zowel op internationaal niveau (welke bedrijven mogen de olie exploiteren) als op binnenlands niveau (tussen de drie bevolkingsgroepen).

De auteur stelt ook de problemen die internationale bedrijven (oliemaatschappijen) ondervinden aan de kaak, waar een dergelijk verdelingsvraagstuk aanwezig is. Ze zitten gevangen tussen de regering, die hen toelating gaf om over te gaan tot olie-exploitatie én de lokale bevolking die de oliemaatschappij als stroman ziet van de regering, lees: de bestaande verdeling van inkomsten. De legitimiteit van de regering komt in het gedrang omdat deze de verdelingsvraagstukken niet kan oplossen. De oliemaatschappijen kunnen hun eigen legitimiteit ook gemakkelijk snel verliezen. Om dit te vermijden, startten ze bepaalde initiatieven. Prof. Van der Linde verwijst expliciet naar Nigeria maar gaan niet dieper hierop in. Daar ontwikkelden de oliemaatschappijen (bv. Shell) gemeenschapsprojecten. (met alle problemen van dien: corruptie, vriendjespolitiek die terugleiden tot politieke onlusten). De basistekst van de International Crisis Group behandelt deze problematiek uitvoerig.

Olieconsumerende landen houden vaak (semi) dictators in het zadel omdat deze de eenheid in het land behouden en dus de energietoelevering garandeert. Zo’n landen schuwen de opkomst van verdelingsvraagstukken.

Na deze korte bespreking van het artikel van prof. Van der Linden in Energie Nederland, ga ik over tot een comparatieve analyse van de situatie in de Niger Delta en in zuiden-Irak. En dit teneinde een begin van antwoord te formuleren op een basisvraag van de opdracht.

Vergelijkingspunten tussen Irak en Nigeria.

a. Gevoel van deprivatie.

In de basistekst staat letterlijk: “ (Nigerian) militants … share an increasingly common goal: resource control for a region [Niger Delta] whose residents perceive history to have deprived them of their fair share( van de olie-inkomsten)”. De bevolking uit de Niger Delta voelt zich even gedepriveerd van rechtmatige olie-inkomsten als de Koerden en Sjiieten in Irak. Irak is een land met veel potentie dat in de jaren ’70 economische vlak hoge toppen scheerde. 30 jaar later, blijft er weinig meer van over. De Sjiieten en Koerden wensen deze oude gloriën terug op te bouwen maar eisen hiervoor een redelijk deel van de winsten van de olieproductie. Net als de Nigeriaanse elite zien willen de Soennieten hiervan niet weten.

b. Diversiteit op etnisch-linguïstisch en religieus vlak troef.

Nigeria is net als Irak een land samengesteld uit diverse etnische groepen. In Nigeria zijn er ongeveer 250 etnische groepen ( de voornaamste zijn de: Hausa en Fulani 29% van de bevolking, Yoruba 21 %, Igbo (Ibo) 18%, Ijaw 10%, Kanuri 4% en Ibibio 3.5% en Tiv 2.5%). Daarnaast loopt er ook een religieuze scheidinglijn doorheen het land: 50 % is moslim, 40% christen en 10% lokale godsdiensten.
[3]

De militaire campagnes van Saddam Hussein tegen de Sjieten in de moerasgebieden van zuid-Irak (ook de Ma'dan genaamd) waren duidelijk etnisch getint. HRW * stelt echter dat olie één van de belangrijkste redenen was voor de repressie (genocide?) tegen deze Arabieren. Maar ook andere redenen (zie d).
Maar al te vaak zijn etniciteit en religie het legitimerende sausje voor een koele economische overweging.

c. Wijdverspreide corruptie.

In de basistekst staat dat corruptie één van de roots zijn van het conflict in de Niger Delta. Dit wordt bevestigd in de jaarlijkse index van Transparency International waar Nigeria op de 147ste plaats staat. De situatie in Irak is volgens deze barometer echter nog veel slechter: het land is het 3de meest corrupte ter wereld.
[4] Over de link tussen olie en corruptie wil ik graag verwijzen naar mijn eerste comment.

d. Milieuschade door politieke overwegingen.


In 'Restoring Eden' schreef prof. N. Middelton over de desastreuze gevolgen van het Iraakse regime voor de Mesopotanische moerasgebieden. Ten eerste zorgde de constructie van dammen (vanaf 1950) dat het debiet van de Tigris en Eufraat danig daalde dat stukken moeras verdwenen, wegens niet langer door water bevoorraadt. Ten tweede ging Saddam over tot massale drainage projecten begin 1991. Deze hadden een dubbel doel: als straf aan de 'Madan' die een rebellie tegen hem hadden opgezet na de (verloren) tweede Golfoorlog. De andere reden was een vergroting van het landbouwareaal (lees: het makkelijker maken van olie-exploitatie in de moerassen). De facto gevolg was dat UNEP in 2001 rapporteerde dat 90% van het moeras (en dus de thuis van deze Sjititische Moerasarabieren) verdwenen was. Het bijbelse Eden was vernietigd. In historisch perspectief is zo'n actie niet vreemd: in de Oudheid, strooiden de Romeinen zout over het verslagen Cartago opdat deze nooit meer zo sterk zou worden (onvruchtbare grond), zelfs de tactiek van de 'verschroeide aarde' is vrij gelijkaardig.

e. Het heft in eigen handen genomen.

Nadat de VS in 2003 Hussein van de macht verdreef, namen de Moerasarabieren het heft in eigen handen. Ze keerden massaal terug naar de gebieden waar ze hadden moeten vertrekken en braken dammen en dijken. De moerassen kregen terug zuurstof en zijn momenteel herstellende. Deze Madan, "hardened thieves and cut-throats" zoals Reuben Levy ze in 1924 noemde, proberen eens te meer terug te keren naar hun levenswijze die reeds een geschiedenis heeft van wel 5000 jaar.

In Nigeria heeft het MEND, samen met nog andere organisaties het heft in eigen handen genomen. Toen de regering niet wilde luisteren naar hun vreedzame eisen, werden wreedzamere tactieken (kidnapping, bomaanslagen) gebruikt. Verkiezingen als poging om de staat legitimiteit te verschaffen mislukte. De meest recente Nigeriaanse presidentsverkiezingen werden door Human Right Watch, frauduleus en vol met geweld betiteld.
[5] In zo'n situatie is het niet verwonderlijk dat 'terroristische' technieken worden toegepast...

Verschillende vergelijkingspunten heb ik nog niet aangehaald zoals:
- het belang van de olie voor de conflicten
- de geografische gelijkenissen (Irak: Tigris-Eufraat, Nigeria: Niger-Benue)
- recente militaire dictaturen die zijn verdwenen ( Irak: S. Hussein, Nigeria: Sani Abacha)
- de privatisering van het staatsmonopolie op geweld (Irak: Amerikaanse Blackwater-affaire, andere gewapende milities; Nigeria: MEND).
- ...


Ter illustratie: http://nl.youtube.com/watch?v=Ypyzr8-sUt0, een zeer mooie film over de Moerasarabieren in Zuid-Irak.


[2] zie: http://www.eia.doe.gov/emeu/security/esar/esar_bigpic.htm
[3] Gegevens terug te vinden op: https://www.cia.gov/library/publications/the-world-factbook/geos/ni.html en grafisch op : http://www.lib.utexas.edu/maps/africa/nigeria_linguistic_1979.jpg
[4] Transparency International, the global coalition against corruption, CPI 2007 http://www.transparency.org/news_room/in_focus/2007/cpi2007/cpi_2007_table , website laatst geconsulteerd op 08/11/07.
[5] Human Right Watch, Nigeria: Presidential Election Marred by Fraud, Violence http://hrw.org/english/docs/2007/04/24/nigeri15763.htm , website laatst geconsulteerd op 7/11/07.



* HRW Backgrounder Paper, january 2003, The Iraqi government assault on the Marsh Arabs: http://www.hrw.org/backgrounder/mena/marsharabs1.htm .